Een kleine biografie van Zuster Kant.

Op maandag 3 augustus 1970 kom ik per bus aan op de Utrechtseweg 266, het begin van mijn werkzame leven in de gezondheidzorg. Die periode start met de Pre Klinische Opleiding, bij het psychiatrische centrum Zon en Schild.
Na deze periode kan ik half september beginnen op Larikshof een mannenafdeling, met als afdelingshoofd, zr. Kant. Dr. Verburgt is de afdelingsarts.
Nog voor dat ik ben begonnen heb ik al de nodige waarschuwingen gehad: "Die zuster Kant heeft de wind er onder, dus maak je borst maar nat”. Men heeft niks te veel gezegd, de eerste drie maanden heb ik keukendienst en krijg ik mijn instructies van zuster Kant. Op de afdeling mag ik de koffie, thee en maaltijden brengen, meer wordt me nog niet toevertrouwd.
Zelf heb ik geen grote moeite om me aan te passen, hiervoor heb ik een jaar gediend bij de Koninklijke Marine en ben wel gewend aan gezagsverhoudingen.

In 1970 zijn er op Zon en Schild negen paviljoens. Op alle afdelingen, op Dennenrust na, zijn het Hoofdzusters die de scepter zwaaien.
Als ik in september 1977 vertrek van Zon en Schild, zijn ze bijna allemaal vertrokken.
Zelf heb ik zuster Kant maar kort meegemaakt, rond de jaarwisseling komt ze in de ziektewet.
De aanleiding lijkt een conflict met de afdelingsarts. Zuster Kant komt nooit meer terug op Larikshof, geen afscheid, niks.
In januari 2016 breng ik een dag door in het museum van Zon en Schild en kom daar vele gegevens tegen, ook over Zuster Kant.
Wie was Zuster Kant eigenlijk, vraag ik mij na zoveel jaar af? Met de gegevens uit het museum van Zon en Schild probeer ik een beeld van haar te maken.
Ook neem ik de verhalen mee van mensen die Amerenske Kant gekend hebben. Naast Leendert Veenstra spreek ik ook met Mieneke Kant een dertien jaar jongere zus van Amerenske.
Amerenske had namelijk twee zussen, Jet (Jenneke) en Mieneke, die ook verpleegster wilden worden. Een korte tijd waren ze zelfs met z’n drieën op Zon en Schild werkzaam.
Al deze gegevens en verhalen geven mogelijk een iets meer genuanceerd beeld van zuster Kant, maar het zal daarnaast ook een illustratie zijn van de totaal andere wijze van gezagsverhoudingen en patiëntenzorg.

Wat feiten
Zuster Kant werd geboren op 4 juli 1914 als Amerenske Maria Kant te Almkerk. Ze is het oudste kind van Jan Kant en Aartje de Graaff, die eerder in dat jaar, op 19 februari, getrouwd zijn in Almkerk. De klinkende voornamen krijgt ze mee van haar beide oma’s.
Mieneke Kant vertelde dat haar zus het niet makkelijk had als oudste, ze kreeg daarmee de nodige verantwoordelijkheid toegewezen en met name haar moeder kon streng en hard zijn en had hoge verwachtingen van Amerenske.
Jan en Aartje krijgen totaal 9 kinderen. Jan staat in de boeken als landarbeider.
Amerenske volgt 6 jaar lagere school in de periode van 1920-1926.
In de periode 1931 tot 1937 is ze werkzaam als dienstbode bij de heer J.de Witt, gepensioneerd onderwijzer te Almkerk.
Diens vrouw leed aan TBC en Amerenske was, zonder opleiding, goed in staat om mevrouw de Witt een goede verzorging te geven.
Maar Amerenske wil meer, ze heeft goed contact met de wijkverpleegster, zuster Harshagen en de huisarts en zij stimuleren Amerenske de verpleging in te gaan.
In het najaar van 1937 solliciteert zij naar het Diaconessenhuis te Utrecht en wordt ze aangenomen als leerling-verpleegster. Haar sollicitatie naar het Diaconessenhuis doet vermoeden dat Amerenske vooral geïnteresseerd was in de A verpleging.

Utrecht
In november 1937 komt ze in dienst bij de Diaconessen, maar van verpleegsterswerk is nog geen sprake, ze moet in de keuken werken en later in de linnenkamer. Het keukenwerk lukt in eerste instantie niet zo goed, later in de linnenkamer had ze haar draai meer gevonden. Toch wordt om niet geheel duidelijke gezondheidsreden, na een jaar, haar geadviseerd “heen te gaan”. Althans dit is te lezen in een referentie rapport van Mej. Zr C. M. Haspels, de Directrice van het Diaconessenhuis.
Amerenske was niet bij de pakken neer gaan zitten.
Op 19 december 1938 schrijft ze een sollicitatiebrief naar Zon en Schild en wordt uitgenodigd voor de keuring op 12 januari 1939. Amerenske schrijft zelf wel in haar sollicitatiebrief naar Zon en Schild dat ze om gezondheidsreden moest opgeven, maar dat de dokter geen bezwaar had dat ze in een kleine inrichting opnieuw zou beginnen.

Amersfoort
De onduidelijkheid over haar voortijdige vertrek uit Utrecht wordt alleen maar groter als Mej. Haspels, in haar referenties ook verder schrijft dat Amerenske geen dag ziek is geweest en men erg tevreden was over haar “ijver en eerlijkheid”. Bij haar sollicitatie voor Zon en Schild kon men haar dan ook echt aan bevelen.
Ook, niet onbelangrijk in die dagen, was het feit dat ze goed kerkelijk meelevend was.
Ds. Reijenga weet te vertellen dat ze trouw was met het volgen van de catechisatie en haar belijdenis in april 1937 had gedaan. Hij kent haar als: "schrander en flink, ze weet van aanpakken en is zelfstandig. Tevens daarbij vriendelijk".

Voor de sollicitatieprocedure worden de nodige formulieren verzonden en Amerenske moet daarbij ook een pasfoto opsturen. Maar het weer werkt niet mee, er moet namelijk een recente pasfoto worden opgestuurd. Aangezien Amerenske die niet heeft zou ze naar de stad moeten, maar eind december 1938 is Nederland in de ban van de winter.
Overdag vriest het ruim 10º C, ’s nachts is het -15º C en er ligt een dik pak sneeuw. De verbindingen zijn slecht.


Amerenske durft het aan om dan toch maar, eigenzinnig als ze is, een foto van een jaar eerder op te sturen met een zeer beleefd begeleidend briefje, ze schrijft: Nu heb ik wel een pasfoto van vorig jaar en een kiekje van augustus j. l. misschien dat die voldoende zijn, zo niet dan zal ik alles trotseren en er een laten maken”.
Ondanks haar beleefde woorden komt er wel een aantekening op dit briefje: “Gezond?”. Hoe zal dat aflopen bij de keuring?

De vragenlijst geeft verder ook duidelijkheid over wat de werkgever toen allemaal belangrijk vond. Er worden verschillende bepalingen gegeven:
“Als eerste eisch geldt, dat men waarlijk lust heeft in de verpleging van geesteszieken, en men er van doordrongen is, dat men instemmen moet met grondslag en doel der Vereeniging, welke luiden:
Zij aanvaardt als grondslag voor haren arbeid het Evangelie van Jezus Christus, naar de Schriften des Ouden en Nieuwe Verbonds, overeenkomstig de belijdenis van de Nederlandsche Hervormde Kerk. Zij stelt zich ten doel de zorg voor zenuw- en geesteszieken, met inbegrip van zenuwzwakken, drankzuchtigen, achterlijken, zwakzinnigen, geestelijk invaliden en chronische lijders”.

Er volgt een medische keuring, maar ook haar Bijbelkennis, algemene ontwikkeling en beschaving worden getoetst. Er volgt een zeer gunstig oordeel en de vraagtekens omtrent haar gezondheid zijn gelukkig verdwenen.
Amerenske zou wat gevoelig zijn voor bronchitis, haar zus Mieneke had later wel het idee dat het hoesten meer een psychische oorzaak had. Haar hele leven heeft ze dat hoestje gehouden. De boslucht van Zon en Schild deed haar altijd wel goed.
Haar moeder bleef altijd wat ongerust over het hoesten, Amerenske had immers mevrouw de Witt met TBC verpleegd.

Amerenske wordt aangenomen op Zon en Schild en krijgt thuis in Almkerk bericht dat ze woensdag 1 februari 1939 wordt verwacht op Larikshof als leerling-verpleegende voor een loon van fl.650.- per jaar.
Eind mei volgt er een eerste praktijk beoordeling door de afdelingsarts en de hoofdzuster van Larikshof, zuster Dijksterhuis.
De punten gehoorzaamheid, ijver, netheid, betrouwbaarheid en intellect worden met een goed beoordeeld, als het gaat om tact wordt niet “goed” maar “behoorlijk” ingevuld. Tekent dit toch al enigszins de hoekige hoofdzuster zo als ze later zou worden herinnerd, niet altijd gespeend van de nodige tact?
Per 1 juni heeft ze een vaste arbeidsovereenkomst en kan ze ook beginnen met haar opleiding voor het diploma-B.
Naast salarisafspraak zijn er nog verschillende bepalingen van kracht, zoals:

“Voor kost, inwoning, bewassching etc. wordt fl.400 afgetrokken” en

"De opleiding tot gediplomeerde geschiedt kosteloos. Na het behalen van het diploma moet een jaar worden nagewerkt. Een vaste aanstelling nadien kan niet worden gegarandeerd”.

Ook het uniform van de verpleegster is een serieuze zaak:
"Het dragen van de verpleegsterskleding buiten de inrichting is niet nodig, en, zoolang niet over de noodige verplegingskennis wordt beschikt, verboden".

Mocht je een bril dragen, dan heb je gewoon pech
"Het dragen van een bril geschiedt geheel voor eigen risico".

De interne opleiding bestond in die tijd uit twee delen.
De wettelijk voorgeschreven onderdelen bestonden uit Anatomie & Gezondheidsleer, Ziekenverpleging, Hulp bij ongelukken, Verpleging van zenuwzieken en krankzinnigen, verschijnselen van krankzinnigheid en een praktijk beoordeling.
Naast deze vakken hanteert Zon en Schild ook een aantal zogenaamde theologische vakken zoals Bijbelsche Geschiedenis, Geloofsleer. Daaronder viel ook Ethiek en Practica en zelfs Psychologie.
Amerenske is een gemiddelde leerling, zowel voor de verpleegkundige vakken als de theologische vakken.

In deze periode van opleiding is ze werkzaam geweest op Larikshof, Berkenrode en de Recreatie (nu beter bekend als De Veste).
Naast een klasse afdeling werden in die tijd de paviljoens nog verdeeld in rustige, half-rustige en onrustige afdelingen.

Nederland wordt ondertussen ook geconfronteerd met de Duitse bezetting en de gevolgen hiervan gaan aan Zon en Schild en ook aan Amerenske niet voorbij, in februari 1943 wordt ze bekeurd omdat ze de verduisteringsvoorschriften heeft overtreden en krijgt een geldboete van Fl. 2.50! De boete wordt ingehouden op haar salaris van maart. Vanwege het feit dat de luchtmachtbasis Soesterberg dichtbij lag werden de verduisteringsregels uiterst serieus genomen. Ruim een jaar later zal ze in Eindhoven van dichtbij op een meer dramatische wijze geconfronteerd worden met de oorlog.

Eindhoven
In november 1943 neemt Amerenske ontslag en vertrekt opnieuw naar een Diaconessenhuis, deze keer in Eindhoven. Dat A-diploma moet er toch komen.
Van Zon en Schild krijgt ze voortreffelijke referenties, ze is opgevallen, onder andere bij dr. du Boeuff, een van de artsen die de medische vakken van de B-opleiding verzorgde.
Over de periode van Amerenske in Eindhoven is verder weinig bekend. Wel maakte ze daar in september 1944 de bevrijding mee, maar ook een Duits bombardement. In totaal vielen er op de 19e september 227 doden met ook vele gewonden. In het ziekenhuis en ook door Amerenske, worden overuren gemaakt.

Amsterdam
Waarschijnlijk is Amerenske na haar A-opleiding en het behalen van haar kraamaantekening daar weer snel vertrokken, deze keer naar het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam.
Dr du Boeuff is in maart 1942 geneesheer-directeur geworden van Zon en Schild en in 1948 benadert hij zuster Kant per brief met de vraag om weer op Zon en Schild te komen werken. In die jaren was het moeilijk om goed opgeleid personeel te krijgen. Amerenske schrijft een keurig briefje terug:
“In antwoord op Uw bericht van 31-1-48 deel ik U mede dat ik hier pas in het Wilhelmina Gasthuis werk en het goed naar m’n zin heb en liever niet verander”.

Mijdrecht
Toch zal ze snel veranderen van baan. Leergierig als ze is solliciteert ze in april 1948 al bij “Het Groene Kruis” in Mijdrecht. Ze wil ook graag haar wijkaantekening hebben.
Al snel merkt ze dat het werk buiten de muren van het ziekenhuis haar niet ligt.
De mensen zijn in hun eigen thuissituatie de baas, daar had ze eigenlijk geen rekening mee gehouden en daar was ze zelf net wat te bazig voor. Ze stopt voortijdig en behaalt dan ook niet haar wijkaantekening.

Haarlem
Eind 1949 gaat ze werken in St. Elisabeth’s of Groote Gasthuis in Haarlem, Amerenske gaat op kamers in Aerdenhout.

Terug naar Amersfoort
In 1951 doet dr. du Boeuff een nieuwe poging nadat hij van zus Jenneke heeft gehoord dat ze ‘niet ongenegen zou zijn, hier wederom in dienst te treden’. Hij nodigt haar uit voor een gesprek, ze kan waarnemend hoofd worden op Dennenrust.
Per 1 september is ze terug op Zon en Schild. Ook krijgt ze van Zon en Schild de mogelijkheid een stafcursus te volgen. Dus haar leergierigheid wordt opnieuw beloond.
Vader en moeder zijn erg trots op hun dochter, weet zus Mieneke te herinneren.
Voor Mieneke was haar zus een goed voorbeeld, als je een eigen leven wilde opbouwen en je niet zo’n zin had in een man met kinderen.

Drie zusters Kant
Een korte periode is er echt sprake van een Kant dynastie op Zon en Schild, Amerenske heeft als oudste dochter nog twee jongere zussen die ook het vak van verpleegster kiezen.

Najaar 1952 van links naar rechts, Jenneke, Amerenske en Mieneke Kant.

Jenneke is zeven jaar jonger en Mieneke scheelt ruim dertien jaar met haar oudere zus Amerenske. Jenneke Kant maakt per 1-9-48 een start op Zon en Schild en behaalt daar ook haar B-diploma. Op 30-9-52 vertrekt ze naar Dordrecht om haar A diploma te gaan halen. Mieneke kent Jenneke ook als iemand die, net als zus Amerenske, soms wat hard was in haar uitspraken, veel later zag ze ook een wat meer milde kant.
Mieneke Kant zelf komt in augustus1952 op Zon en Schild, zo’n twee maanden lang werken er dus drie “Kantjes” op Zon en Schild.

Moeder Kant had moeite met het vertrek van haar jongste dochter, het werd nu wel echt stil op de Brugdam in Almkerk. Ook dacht moeder Kant dat Mieneke het verpleegsters werk niet aan zou kunnen. De psychiatrie valt Mieneke inderdaad zwaar en na 6 weken overweegt ze serieus ermee te stoppen. Toch is het Jenneke die haar in een gesprek er doorheen sleept, het is kiezen of delen, wil je een zelfstandig leven of niet?
Mieneke houdt vol en behaalt in 1956 haar Zwarte Kruis. Haar hele periode op Zon en Schild werkt ze op Hebron.

Mieneke (links) en Amerenske. Winter 1954 voor Dennerust.

Vrij snel daarna vertrekt ze naar het Diaconessenhuis in Utrecht voor haar Witte Kruis. Later, in 1962 vertrekt ze als pionier naar Dronten in Flevoland om daar het Kruiswerk op te zetten.
Mieneke vertelt over haar zus Amerenske dat ze beiden heel verschillende karakters hadden, maar dat het haar lukte door enige afstand te nemen het contact goed te houden:
“Amerenske en ook Jenneke waren niet makkelijk, maar ik heb geleerd met hen om te gaan”.
Mieneke kent zichzelf als iemand die met meer mildheid kan kijken naar anderen. Ze heeft daar altijd veel aan gehad, ook met haar werk in de wijk.
De verschillen tussen de zussen Kant werden ook wel door andere gezien, zo merkte dokter Sterringa van Hebron eens op: “ Wat een verschillende personen, Kant van Hebron, rustig, open en vrolijk. Kant van Larikshof: Zo bitter”. Mieneke vond het erg onplezierig om te horen.
In de gesprekken met mij vind Mieneke het leuk om over Zon en Schild te praten, maar sommige herinneringen aan Amerenske doen haar pijn: “ Had Amerenske maar begrepen dat in de omgang met het personeel, een gram waardering beter had gewerkt als een kilo verwijt”.

Terug naar Amerenske
Alle beoordelingen zijn goed en per 1 januari 1954 wordt ze aangesteld als 1e verplegende en daarmee als Hoofd Verpleegkundige van Larikshof en vertrekt ze van Dennerust.
Ze ontwikkelt zich verder als een deskundige verpleegster, ze had een goede klinische blik op patiënten en haar diagnostische inzichten waren vaak erg belangrijk voor de psychiaters en zenuwartsen waarmee ze werkte.
Ook nu zijn de jaarlijkse beoordelingen goed en worden iedere keer gevolgd met een periodieke salarisverhoging.
Toch zullen de positieve beoordelingen vooral worden gegeven door mensen die in hiërarchische zin boven Amerenske Kant staan. Uit de verhalen van het personeel dat onder haar leiding is geplaatst zijn de berichten niet altijd zo gunstig. Ze kan nogal rechtlijnig en onnodig autoritair haar wil opleggen. Ook haar zuster Mieneke kent deze kant van haar nog goed en had daar zelf, als zus, ook moeite mee. Ze heeft nooit met haar zus direct samengewerkt, maar hoorde natuurlijk wel de nodige verhalen binnen Zon en Schild.
Daarnaast hadden vele B-verpleegkundigen moeite met haar voorkeursbeleid voor de verpleegkundigen met een A-diploma, zie ook de herinneringen van Leen Veenstra hieronder.
Het is ook nog de tijd dat de verplegers op de afdeling wonen, ook zuster Kant zelf woont nog op de afdeling en houdt dag en nacht haar personeel in de gaten. Dag en nacht paraat in het wit.

Augustus 1958 Het team van Larikshof. V.l.n.r staand: br. Kiewiet, br. de Haas, zr. Kant, br. de Bontridder, dr. Zijlstra, mej. Visser, br. Kerver, br. v.d. Kamp, br. Landstra, br. Kunst, br. Perboer.

Zittend: br. Pap, br. Markussen, br. Wolfsen, br. Dijken.

Naar aanleiding van deze foto uit 1958 vertelt Leen Veenstra het volgende:
Het zet je wel weer aan het denken over de personen die iets voor je hebben betekend en in dit geval is dit Zr Kant.
Ik kan me herinneren dat zij als burger een hele dame was. Zij droeg voor die tijd zeer moderne kleding en ze droeg altijd schoenen met een hakje. Wat in onze ogen altijd een punt was dat bijna alle A-verpleegkundigen een streepje voor hadden en daar waren de 3de jaars leerlingen verbolgen over.
Zij hadden vaak het beheer over de medicijnen en het uitdelen hiervan.
Eindverantwoordelijke diensten draaien maar geen nachtdiensten. Hierover is veel discussie gevoerd door degene die zich ook geroepen voelden om de bovenstaande diensten te werken. Maar in deze was zuster Kant niet te bewegen tot andere gedachten.
Wat dat betreft kon ze heel halsstarrig zijn. Dit betrof ook als je een dienst wilde veranderen een vroege dienst voor je vrije dagen want hierdoor was je in staat om nog naar Friesland te reizen. In mijn leerlingentijd ging ik 1x in de 14 dagen naar huis. Zij was dan heel kort af en je kon weer gaan”.

Kortom, tegenspraak werd door zuster Kant niet getolereerd. Toch praten we hier al over de jaren zestig, mogelijk had ze te weinig in de gaten dat er in de gezagsverhoudingen in Nederland wat aan het veranderen was. Maar het kon blijkbaar ook gebeuren dat ze soms achteraf, als ze er een nachtje over geslapen had, de ander gelijk moest geven. Zo komt Leen Veenstra op een goed moment nogal in conflict met haar.

"Een keer heb ik een enorme ruzie met Kant gehad, de aanleiding was het volgende: zoals je weet kregen we het eten uit de centrale keuken en de bewoners hadden regelmatig geklaagd over de vieze gamellen. Zij kwam op de afdeling om de medicijnen te delen en ik liep op haar af om mijn beklag te doen, zij spoog vuur en liep kwaad weg, ik achter haar aan en we hebben van achter naar voren en vice versa gelopen maar ik hield voet bij stuk. De volgende dag werd ik ontboden en dacht dit zijn mijn laatste schreden op Larikshof maar het tegendeel was waar. "De nieuwe gamellen werden geleverd en ze komen zo spoedig mogelijk" aldus Kant en ja hoor twee dagen later stonden de nieuwe gamellen op de kar".

Die jaren zestig maakten mensen mondiger en deed men toch wat eigenlijk verboden was en dat gaf uiteindelijk ook weer dierbare herinneringen aan Leen Veenstra:
"Op zich was het een beste hoofdzuster maar zoals we dat allemaal wel hebben had ook zij haar nukken.
Haar loopje vond ik zeer treffend vooral als ze wat snel liep dan kwam er een hupje tevoorschijn. Tijdens het koffie drinken zat ze altijd op het puntje van haar stoel met haar pinkvinger omhoog dronk zij haar koffie/thee en de duur was ook niet langer dan strikt een kwartier. Dan schoot ze overeind, jongelui het is weer tijd om te beginnen en je had in die tijd niet de neiging om te blijven zitten. Nu wordt er vaak gedacht maak je niet zo druk.Je had nooit de neiging om ook maar 1 keer op haar stoel te gaan zitten wanneer zij dienst had. Beleefd of was het vorm van angst?
Als Kant kwaad was dan spogen haar ogen vuur en dat gebeurde nog wel eens.Wanneer zij avonddienst had en iedereen was na de late dienst op zijn/haar kamer dan kwam ze altijd controleren of ook iedereen op zijn/haar kamer was en dat het rustig op de gangen was. Maar in vele gevallen gingen we na een kwartier toch naar buiten om te wandelen of we gingen naar de stad of we gingen bij elkaar op de kamer om een borrel te drinken O.a. bij Cor Sanders, Wim Pietersen, Wim Meerding en Leen Veenstra en dat waren altijd prachtige uurtjes waar ik zeker nog wel eens aan terug denk".

De jaren zestig brachten vele veranderingen, maar voor Amerenske was het ook een periode van verlies. Op 10 juli 1962 overleed plotseling dokter du Boeuff, dat was de man die zijn best had gedaan om haar naar Zon en Schild te halen en alle vertrouwen in haar had.
Het was niet makkelijk om door te gaan. Ook werd de nieuwe directeur, dr. Jacobs door Amerenske erg vergeleken met dokter du Boeuff.
In 1968 overlijden binnen korte tijd eerst haar moeder en later haar vader.

Zuster Kant en dokter Verburgt
In 1959 komt dokter B.R. Verburgt in dienst van Zon en Schild en wordt op Larikshof afdelingsarts . Deze man kan ik me nog goed herinneren, liep altijd in lange witte jas en daar boven op een groot hoofd wat snel rood aanliep als hij boos werd. Hij had een licht ontvlambaar temperament en wenste binnen Larikshof eigenlijk geen tegenspraak, ook niet van zijn hoofdzuster Kant. Tijdens overleg kijken ze elkaar niet aan weet Leen Veenstra zich te herinneren. Ondanks dat er regelmatig spanningen zijn blijft de samenwerking ruim 10 jaar functioneren.

Op 5 januari 1970 schrijft de afdelingsarts een kort briefje aan de directie van Zon en Schild waarin hij zich beklaagt over het eigenzinnige gedrag van zijn hoofdzuster
Ze had n.l. zonder zijn voorkennis en toestemming een leerling-verpleegster inzage gegeven in een ziektegeschiedenis.
Hij heeft de sleutel van de stalen kast waarin de ziektegeschiedenissen worden opgeborgen vervolgens opgeborgen, enkel hij of de geneesheer-directeur mogen er over beschikken.

In februari 1970 heeft Amerenske een hersenschudding door een ongeval. Na een korte opname in de Lichtenberg volgt er vanwege plaatsgebrek een opname met verdere revalidatie op de ziekenzaal voor het personeel van Zon en Schild, op Heidezicht.
Tot 27 maart wordt ze daar verpleegd en is dus enkele maanden uitgeschakeld.
In de loop van de maand april pakt ze haar werk weer op, maar het lijkt haar zwaar te vallen. Tijdens haar afwezigheid zijn er ook enkele veranderingen geweest waar ze maar moeilijk mee kan omgaan.

Half september maak ik zelf voor het eerst kennis met Zuster Kant en legt ze mij uit wat de keukendienst inhoudt. Ook leert ze mij voor alle zekerheid hoe je een dweil uitwringt.Twee keer per dag wordt de keukenvloer gedweild.
Ondanks mijn bescheiden start, prijs ik mezelf, als zeventienjarige, gelukkig. Het werken met mensen en het tegelijkertijd leren van een vak bevalt me erg goed.
Op dat moment heb ik natuurlijk totaal geen idee dat Amerenske in de laatste maanden zit van haar werkzame leven en zich waarschijnlijk helemaal niet goed voelt.

De afdelingsarts beklaagt zich meermalen mondeling bij de directie en in december 1970 wordt de directie opnieuw schriftelijk geïnformeerd door de afdelingsgeneesheer dat:“ de toestand op paviljoen Larikshof onhoudbaar wordt door het gedrag van de hoofdzuster A.M. Kant, waar zowel personeel als patiënten onder te lijden hebben".
Wat dit gedrag inhoudt blijft in dit schrijven vooralsnog onduidelijk.
Wat ik toen ook niet wist is het gegeven dat de afdelingsarts al veelvuldig in conflict lag met de directie, maar ook met het verpleegkundig team van Larikshof.
In januari 1971 meldt Amerenske zich ziek. Ze zal uiteindelijk niet meer terug komen op Larikshof. Er volgen nog wel gesprekken over re-integratie op een andere plek maar dat blijkt toch niet goed haalbaar.
Uiteindelijk kan ze na een periode van arbeidsongeschiktheid in 1974 met vervroegd pensioen. Ze is dan 60 jaar.

In de verschillende vergaderstukken en onderzoeksrapporten die over die periode gaan wordt duidelijk dat er problemen zijn op Larikshof, maar waar ze precies over gaan is minder duidelijk. Tussen de regels door is wel zichtbaar dat er vaak sprake is van machtsstrijd die ook na het vertrek van Amerenske Kant aanhoudt.
Mijn inschatting is dat zowel Amerenske Kant en dr. Verburgt allebei autoritaire trekken hadden en daarmee sterk botsende karakters.
Dr. Verburgt blijft, ook na het vertrek van Amerenske Kant, in conflict met de verpleging en ook bezoekt hij de medische staf niet meer.
Er is een groot gebrek aan communicatie en samenwerking, maar er zijn soms ook kleine incidenten die de verhoudingen sterk weergeven. Bijvoorbeeld over de wijze waarop een verpleegkundige de wind van voren krijgt als hij per abuis zijn auto heeft geparkeerd op de parkeerplaats van de arts. Ook de conflicten met de directie blijven zich opstapelen. Net als Amerenske Kant komt hij in de ziektewet terecht.
Uit een der onderzoeksrapporten nog deze zin: “Hij kan de tekenen van de moderne tijd niet verstaan”. Ook dat hebben Amerenske en dr. Verburgt met elkaar gemeen.
In juni 1973 neemt hij zijn ontslag.

Amerenske blijft nog lang in Amersfoort wonen en bezoekt ook nog wel enkele reünies van Zon en Schild.
Later, op hoge leeftijd, verhuist ze terug naar haar geboortedorp Almkerk mede op aanraden van familie. In Almkerk kunnen zij immers meer voor haar betekenen.
Op haar ziekbed wordt ze vooral verzorgd door haar zus Mieneke.
Dit is allemaal voor Mieneke wel een opgaaf, maar bovenal is Amerenske haar zus.
Mieneke merkt verder nog op dat Amerenske eenzaam geleefd heeft en in zekere zin ook eenzaam is overleden.
Dinsdag 18 april 2006 overlijdt Zuster Amerenske Kant, ze is dan 91 jaar oud. Op zaterdag 22 april wordt ze in Almkerk in stilte begraven.

Nawoord
Het is warm als op maandag 6 juni 2016 Mieneke Kant, Zon en Schild en het museum bezoekt. Er volgen vele verhalen over Amerenske, maar ook over die tijd in het algemeen. Het zijn verhalen met een lach en een traan.
Zus Jenneke is 93 jaar, maar kan door ziekte dit bezoek niet meer doen. Op 17 juli 2016 overlijd zij ook. Mieneke is de laatste Kant van haar generatie.
Bij het vertrek van Zon en Schild rijden we nog even langs Larikshof en Hebron. Beide gebouwen staan leeg.

Toen ik aan Mieneke Kant vertelde dat ik een “kleine biografie” wilde schrijven over haar zus Amerenske liet ze mij weten dat: “de waarheid verteld mag worden".
Ik heb getracht dat te doen aan de hand van de vele archiefstukken die er zijn, maar ook met de verhalen uit overlevering
Een ieder die meent dat met dit stuk de geschiedenis of waarheid geweld wordt aangedaan mag mij dat laten weten.
Ook zijn aanvullingen welkom.
Contact opnemen met Wiebe Buwalda? Klik hier!

Wiebe Buwalda
21 augustus 2016